Skip to content Skip to sidebar Skip to footer
Door Els van Veen, huisarts. Afgelopen week kreeg ik een brief van de Inspectie voor de Volksgezondheid. Dat maakte veel los. Niet alleen bij mij, ook bij mijn man en bevriende artsen. In de brief staat dat de Inspectie een ‘melding’ over mijn ‘uitlatingen’ heeft ontvangen. Tussen de regels door lees ik dat ik geen kritiek mag hebben op het Coronabeleid van deze regering. Ik voel me machteloos en boos. Ik maak me zorgen of ik wel kan blijven werken als huisarts. Het geeft veel stress bovenop de stress die er de afgelopen 20 maanden al was.
‘Geen kritiek tot de crisis voorbij is’
Sinds Corona is er vanuit de KNMG een fatwa uitgesproken op kritiek op de minister van VWS, het RIVM en de GGD-en. Ik werd er destijds kopschuw van en plaatste een tijdlang geen berichten meer op het forum van Medisch Contact. Tot Corona gaf ik regelmatig mijn mening op dat forum. Vanaf Corona voelde het steeds onveiliger. Maar ondanks de oproep geen kritiek te uiten, werd het gevoel dat er iets niet klopte in de (niet)berichtgeving juist steeds sterker.
Later in 2020 deed ik op verzoek van de redactie van Medisch Contact mee aan een ‘kritische artsen in coronatijd’ oktober 2020 . Het riep veel reacties op, maar verschillende artsen plaatsten hun reactie toen al anoniem uit angst verketterd te worden. Ik had aan het interview meegedaan omdat ik een open dialoog over de Corona-maatregelen miste. Ik miste die vooral onder mijn collega’s. Maar vanaf najaar 2020 werd de vijandigheid steeds erger. In december van 2020 legde ik een verklaring af bij de buiten-parlementaire onderzoekscommissie (BPOC) over de Coronamaatregelen. Buiten-parlementair, omdat het parlement het Coronabeleid niet wilde onderzoeken middels een parlementaire enquete.
Die onwil bij het parlement, om niet kritisch te zijn op het Coronabeleid, is er ook bij de media. Sterker nog, na mijn verklaring bij de BPOC werd mijn oude praktijk vrij agressief benaderd door
journalisten van landelijke kranten. En ook al gaf ik aan dat ik geen interview wilde geven, toch werd mijn naam genoemd in een artikel in het Algemeen Dagblad over ‘gevaarlijke’ huisartsen. Gevaarlijk in de zin van ‘kritisch op het coronabeleid van de regering’. Niemand van de artsenorganisaties nam het voor me op. Integendeel, Medisch Contact besteedde zelfs aandacht aan het betreffende artikel. Het gaf me een machteloos gevoel. Ik voelde me in de steek gelaten door mijn beroepsgroep.
De KNMG
In maart 2020 had ik nog geen woorden voor het onbestemde gevoel wat ik kreeg toen ik las dat de voorzitter van de KNMG dit schreef: (reactie onder https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/dermatoloog-met-covid-19-moest-aandringen-op-test.htm)
“De afgelopen week heb ik verschillende artikelen, columns en tweets gelezen over de aanpak van het coronavirus. (…) Ik snap de zorgen, maar wil artsen vragen om de aanpak van het RIVM en de GGD’en in deze fase actief te steunen: zij zijn de deskundigen.
Het RIVM, de GGD’en en VWS staan onder hoge druk en er wordt momenteel heel hard gewerkt. We moeten op hun deskundigheid vertrouwen, en niet alleen wij: ook bedrijven, instellingen en burgers kijken in deze spannende tijden naar het RIVM en de GGD’en en volgen hun adviezen. Als we deze situatie in Nederland onder controle willen houden, dan is breed publiek vertrouwen in deze organisaties en de bereidheid hun adviezen te volgen cruciaal.
Het mag in tijden van ophef en sociale media wel eens anders lijken, maar gelukkig hebben we als artsen in Nederland nog steeds autoriteit. Wat wij vinden en zeggen telt voor veel mensen zwaar. (…)
Ik denk dat het van groot belang is dat we artsen nu terughoudend zijn met eenzijdige verhalen en kritiek op het handelen van de GGD-en en het RIVM. We moeten beseffen dat deze partijen nu simpelweg geen tijd hebben om te reageren op al dan niet terechte kritiek. Dat moeten we op dit moment ook niet van ze vragen. Laten we onze kritische kanttekeningen bewaren voor de evaluatie en dan beide kanten horen. Dan kunnen we ook bekijken of een protocol wel of niet goed was.
In deze situatie is het alle hens aan dek, ik wil mijn grote waardering uitspreken aan alle medewerkers van RIVM, GGD’en, VWS en ook aan de minister. Wij als KNMG geven hen de steun die nodig is en ik roep onze leden op om dat ook te doen.”
Oorlogssituatie
Ruim een jaar later is mijn analyse dat er een oorlogssituatie is gecreëerd door onze regering, bewust of onbewust. ‘Samen tegen Corona’: Samen tegen een onzichtbaar virus dat dood en verderf zaait. De overheid annex OMT als ferme en sterke beschermer die ons veiligheid geeft en onze gezondheid beschermt. In een oorlogssituatie is er een vijand en is er nodig dat de manschappen loyaal zijn aan het eigen vaderland. Op deserteren staat de doodstraf. We moesten samen tegen het virus strijden was de boodschap. Kritiek was niet gewenst, want dan zou het beleid niet meer éénduidig zijn, was het idee.
Ruim een jaar later horen we niet zoveel meer over het virus dat onze ‘vijand’ is. Het ‘samen tegen corona’ is verworden tot ‘samen tegen de ongevaccineerden’. Daar doen de mainstream media dan wel weer ijverig aan mee. Hele artikelen gaan er over hoeveel ongevaccineerden er op de IC liggen. Welke risico’s gevaccineerden lopen door ongevaccineerden. Sinds Corona is er een schuldige voor je (over)lijden aan Covid gekomen, zijn mensen bang voor elkaar gemaakt. Op de één of andere vreemde manier zijn de media nog steeds niet kritisch op het Coronabeleid. Nog steeds spelen ze de regering met hun berichtgeving in de kaart. Artsen zijn steeds banger geworden om zich uit te spreken. Niemand wil natuurlijk een brief van de Inspectie op zijn deurmat vinden.
Brief van de Inspectie
Ik ben in de beeldvorming in  20 maanden tijd veranderd van een huisarts die een ‘held in de frontlinie’ was, in een huisarts die door de Inspectie voor de Volksgezondheid wordt gebruikt als afschrikwekkend voorbeeld voor andere artsen. Ik moet mijn mond houden over het coronabeleid. Ik moet uitvoeren en verder zwijgen. Ik vind het gevaarlijk om zonder nadenken opdrachten uit te voeren. Bovendien heb ik een geweten dat steeds harder roept ‘dit is niet goed’.
Ik voel me gebruikt door deze regering. Ik ben teleurgesteld in de KNMG en de Inspectie voor de Volksgezondheid, zij voelen voor mij als handlangers van de regering. Zij zouden moeten zorgen voor een goede Volksgezondheid. Zij zouden moeten waarborgen dat artsen in een veilig klimaat goed en verantwoord hun werk kunnen doen. Ik voel mij niet meer veilig in de medische wereld. We zijn bang voor elkaar gemaakt. Velen durven hun vragen en twijfels niet meer te uiten. Angst geeft stress. En gestreste artsen lopen meer risico om fouten te maken.
De Inspectie heeft zijn doel niet bereikt met mij. Ik zal mijn vak naar eer en geweten blijven uitoefenen. En daar hoort ook bij dat ik mij openlijk uitspreek.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.